Bescherming, waterberging en ruimtelijke kwaliteit
De Lob van Gennep is onderwerp van een onderzoek. De aanleiding hiervoor is dat een bijzondere situatie is gegroeid: het gebied is van origine onderdeel van het rivierbed. Tegelijkertijd is sprake van dijken die het gebied beschermen tegen hoogwater in de Maas.

Wat speelt er precies?

Het gebied van de Lob van Gennep - tussen Gennep, Ottersum, Milsbeek, Middelaar, Mook en de stuwwal - behoort van oudsher tot het rivierbed, omdat het van nature laag ligt. Tijdens extreem hoog water stroomde dit gebied van oorsprong onder. Na de hoogwaters van 1993 en 1995 is het gebied beschermd met nooddijken. Deze nooddijken zijn in het kader van de Maaswerken versterkt. Voor de bescherming tegen hoogwater zijn inmiddels nieuwe normen voor hoogwaterbescherming van kracht, waardoor opnieuw dijkversterking nodig is. Tegelijkertijd is het gebied onderdeel van het rivierbed gebleven, omdat het nodig blijft als bergings-gebied voor water. Het gebied stroomt tijdens extreem hoogwater nog steeds in. Het combineren van de twee doelen waterberging en hoogwaterbescherming vormt een puzzel die al jaren voort-duurt. Hiermee is nog steeds onduidelijk wat er nu precies in het gebied moet gebeuren.

Feitenonderzoek

De ontstane situatie was aanleiding om een onderzoek te starten naar alle relevante feiten. Dit feitenonderzoek in de vorm van een MIRT-onderzoek is recent gestart. De vraag die centraal staat is hoe de doelen voor het gebied zijn te verbinden en verenigen: hoe is de Lob van Gennep te beschermen tegen hoogwater en kan deze tegelijkertijd ingezet blijven worden voor waterberging? Daaraan is een derde, belangrijk doel toegevoegd: hoe is dit zodanig te doen dat sprake is van versterking van de huidige kwaliteiten van het gebied en daarmee van de woonomgeving en de toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheid van het gebied?

Wel kennis, geen besluit
Het feitenonderzoek naar de Lob van Gennep wordt voor de zomer van dit jaar afgerond. Er zijn geen besluiten over oplossingen aan de orde. Op grond van het onderzoek wordt besloten over een even-tueel vervolg. Als er bij de deelnemende organisaties voldoende draagvlak is, gaat dit bijvoorbeeld gebeuren in de vorm van een zogenaamde MIRT-verkenning. Onderdeel van deze verkenningsfase is om daadwerkelijk tot oplossingen te komen. Dat is ook het moment voor een uitgebreide consultatie van en dialoog met belanghebbenden, onder wie bewoners van het gebied.

Het onderzoek naar de Lob van Gennep is een initiatief en samenwerking van 12 partijen: Rijk, provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland, waterschappen Limburg, Aa en Maas en Rivierenland en gemeenten Gennep, Mook en Middelaar, Boxmeer en Cuijk. Het belang van dit onderzoek wordt door al deze 12 partijen onderschreven.